donderdag 16 oktober 2014

Spoordijk

De spoortunnel in Delft kent veel pluspunten. Het hinderlijke en lelijke treinviaduct dat de stad in tweeën snijdt kan straks worden opgeruimd. De herrie van de vele rammelende treinen is voor de bewoners langs het spoor soms gekmakend. De spoortunnel biedt veel kansen om het bovengrondse gebied opnieuw in te richten. Als over een paar jaar de capaciteit van het ondergrondse spoor is verdubbeld van twee naar vier sporen zal ook de treinreiziger het verschil merken. Beter en sneller.
Maar dat is niet het hele verhaal. Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de eerste wereldoorlog uitbrak. In de westhoek van Vlaanderen herinnert nog veel aan de slagvelden van weleer. België werd als neutraal land overlopen door de Duitsers, op weg naar Noord-Frankrijk. Tot aan de rivier de IJzer rukten de vijandelijke troepen uit Duitsland op. Tot daar, maar ook niet verder.
De  spoordijk als deel van een verdedigingslinie
waarmee de vijand op afstand kon worden gehouden. 
De spoorlijn tussen Diksmuide en Nieuwpoort aan de Belgische kust speelde daarin een cruciale rol. De polder tussen spoordijk en rivier werd onder water gezet en was daarmee een natuurlijke militaire verdedigingslinie van formaat, vergelijkbaar met de Hollandse waterlinie in ons land. Geen doorkomen aan voor de Duitsers. Vier jaar lang bleef de spoordijk tussen Nieuwpoort en Diksmuide de frontlijn.
Dat brengt ons terug naar de spoortunnel. Die kent zijn voordelen, maar je houdt er het water niet mee tegen. En ook niet de vijand. Een spoordijk is zo gek nog niet, maar voor Delft is het niet de oplossing.

guwie


geplaatst 16 oktober 2014


Geen opmerkingen:

Een reactie posten