woensdag 16 november 2011

Naar de treinen


Ook de kleine infrastructuur vraagt om slimme en flexibele oplossingen. Je wilt een spoortunnel bouwen, maar die doorsnijdt het pad van het station naar de binnenstad. Dat kan natuurlijk niet. Een paar duizend voetgangers en fietsers tussen stad en station wil er dagelijks door. Zo lang de trein op het oude spoor rijdt moet je op de perrons  kunnen komen. Of in de stad. Simpel.

In het begin  is er niets aan de hand.  De blauwe huisjes breek je af zonder dat het station onbereikbaar wordt. Het oude busstation sloop je zonder dat het de voetgangers en fietsers stoort. De oude route blijft gewoon in gebruik. Maar dan moet het pad opschuiven. Het wordt verlegd, want het bouwterrein eist steeds meer ruimte. Via een nieuwe, provisorische toegang over betonplaten kom je bij het station. Een witte streep scheidt fietser en voetganger van elkaar.  Dat gaat lang goed. Totdat het pad weer in de weg ligt.

Inmiddels is het betonnen dak van het nieuwe station voor een deel klaar. Gelukkig maar. Een perfecte loop- en fietsroute dient zich als vanzelf aan. Hup, betonplaten erop, een wit geschilderde voetganger en fietser aanbrengen, hekken er langs en  stad en station zijn weer verbonden. Van het ene op het andere moment vindt de mensenstroom haar nieuwe route. Het lijkt allemaal erg voor de hand te liggen, maar er is over nagedacht en vergaderd.  Slim en flexibel, zo kom je  altijd bij de trein.

guwie






geplaatst 16 november 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten