Wie zo’n halve eeuw geleden psychologie ging
studeren werd niet alleen geconfronteerd met Engelse, Franse en Duitse studieboeken. Er lag ook een heel
nieuw jargon voor je klaar. Een
belangrijk woord was “frustratie”. Er waren wel zeven “afweermechanismen” om je
daartegen te wapenen. “Frustratie” was destijds een vakterm, nu kent iedereen
het woord. Elk vak zijn jargon. Soms worden termen daaruit onderdeel van het
algemeen spraakgebruik.
Een aardig voorbeeld is het woord “maaiveld”.
Natuurlijk afkomstig uit de agrarische sector.
Nu ook onderdeel van het bouwjargon. Wie kent het niet, al was het maar
uit de zegswijze waarmee je gewaarschuwd wordt je hoofd niet boven het maaiveld
uit te steken.
Onze tunnelbouwers en hun communicatie-experts
hebben ook zo hun dieventaal. Wat te denken van het tramaansluitingsweekend,
de tunnelkisten, de bovenleidingmontagewagen, of de vlindermachine? Stuk voor
stuk juweeltjes. Net als het bouwmeesteroverleg en de
bereikbaarheidsregisseur. En dan het nachtgat, de onderwaterwerken en het
beeldkwaliteitsplan. Wie weet er nog meer? Kent u het PHS al? Dat is het Programma Hoogfrequent
Spoorvervoer. Hoort bij spoorboekloos rijden en dat kan alleen als het hele
traject 4-sporig is.
Verhelderend is ook de uitsmijter bij een
verhaal over een werkonderdeel waarvan de duur slecht bleek in te schatten: “De eindtijd is afhankelijk van
de voortgang”. Ja, inderdaad. Gewoon
optimaliseren van de netwerkplanningimplementatie. Raad maar eens wat ze dan
aan het doen zijn.
guwie
geplaatst 1 juni 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten