Wat een stempel is hoef je de meeste mensen niet uit te leggen: een voorwerp waarmee je drukt of perst zodat ergens een afdruk op wordt overgebracht. Een poststempel, een stempel op een controlepost bij een wedstrijd. Het werkwoord stempelen heeft in de vooroorlogse crisistijd een negatieve betekenis gekregen. Iemand die stempelde was werkloos. Hij moest zich periodiek met zijn kaart melden voor een stempel dat recht gaf op een werkloosheidsuitkering.
Inmiddels kennen we in Delft een nieuwe betekenis van stempelen. Op de Phoenixstraat is dat te zien. En we gaan het nog veel meer tegenkomen bij de tunnelbouw. Dan zie je dikke metalen buizen op betrekkelijk korte afstand die de wanden van de tunnel uit elkaar houden. Zodra het dak gestort en gehard is, worden ze verwijderd en verderop opnieuw gebruikt. Dat zijn nu stempels met het bijbehorende werkwoord stempelen. Familie van stutten en schoren. Het bouwvakjargon is rijk aan eigen specifieke termen.
Als toeschouwer zie je nu aan de Phoenixstraat al een echte tunnel liggen. Straks komt er een forse laag aarde op. De afbouw gebeurt ondergronds. Dat stempelen is maar een korte fase in het gehele werk, maar een essentiĆ«le. En eigenlijk een logische. Je zou het zelf hebben kunnen bedenken. In onze lage landen met zijn beweeglijke slappe bodem is het inmiddels een beproefde techniek. Want de eerste tunnel – onder de Maas in Rotterdam - is nog geen 70 jaar oud. Dus dat stempelen doen we ook nog niet eens zo lang.
guwie
geplaatst op 3 juni 2011
Geen opmerkingen:
Een reactie posten