De tunnelwanden aan weerskanten van de Buitenwatersloot kruipen steeds dichter naar elkaar. De diepwandgrijper heft zich omhoog om ze uit te graven. Het vullen met bentoniet en daarna volstorten met beton is een fluitje van een cent. Het ijzeren vlechtwerk voor in de wand ligt al klaar. Het zal de tunnel straks de nodige sterkte geven.
De rood-witte markering vormt de bruuske grens met de werkelijkheid. Tot hier en niet verder, tenminste voorlopig niet. Aan de overkant van het water lonkt het vervolg. Ook daar wordt alles in gereedheid gebracht voor de oversteek. De tunnel rukt onweerstaanbaar op. Eens komt de dag dat beide helften met elkaar worden verbonden. De ondergrondse trein zal straks onzichtbaar de barrière nemen.
Voetganger, fietser en automobilist kruisen het gedachte tracé nu nog zonder problemen. De tram slingert zich een weg door de drukte. Ieder wacht op zijn beurt, rood en groen regelen dat samen.
Maar hoe lang nog? Nu nog liggen de beide tunneleinden te wachten op elkaar. Ze willen elkaar raken, nee, ze moeten worden verbonden. De onvermijdelijke oversteek over kruispunt en water zal oostelijk Delft los snijden van de binnenstad. Geen verbinding meer, of hooguit een heel beperkte tijdens de bouw. Veel later zal het bovengrondse verkeer weer haar loop nemen. Over het tunneldak en zonder zich te storen aan de trein, net als nu. Ze hebben geen weet meer van elkaar.
guwie
geplaatst 16 november 2010
guwie
geplaatst 16 november 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten